maandag 30 september 2013

Vandaag ben ik...

Compleet zonder verwachtingen ben ik gisteravond naar het Nationaal Film Festival Jong Talent gegaan: Een doorlopend filmprogramma bestaande uit korte en wat langere films; zowel speelfilmpjes als animatiefilmpjes en documentairetjes. Mijn moeder nodigde me uit en ach, ik had toch geen andere plannen voor deze zondagavond.

Na een reeds actieve dag vol indrukken van het World Statues festival in Arnhem, stapte ik tegen 18.00 uur in de trein richting Nijmegen. Ik wilde niet te laat komen, want ondanks dat mam zondag nog had kunnen reserveren, verwachte ik een zeer volle zaal. Nijmegen staat immers bekend als culturele, creatieve studentenstad en welke student wil er nou niet naar een, nota bene gratis, nationaal filmevenement!

Nou, geen één dus! Viel me dat even tegen: we waren de enige twee bezoekers in de bioscoop voor deze films! Eigenlijk moet ik zeggen: dat viel me juist reuze mee, want we hadden nu de hele zaal voor onszelf, hoefden ons dus niet aan anderen te irriteren (of zij aan ons..), konden direct onbeschaamd ons oordeel over de films met elkaar delen en voelden ons daardoor eventjes echte Nationaal Film Festival VIPs!

Wat de films betreft: ik wilde openminded de films aanschouwen, dus had nog niks aan plots of recensies gelezen. Wat ons direct opviel: van de 6 films die we gezien hebben, gingen er maar liefst 2 over 'het leven van de hooligan'! Erg indrukwekkend; ik was verbijsterd over hoe hard en meedogenloos het er daar aan toe gaat! Wat ik me tijdens het kijken naar die hooligans tevens af begon te vragen, was of die acteurs 'in het echt' óók hooligan zijn. Zo leek het namelijk wel. De tattooages van de voetbalclubs oogden echt, het voorkomen, het taaltje..
Stel, de acteurs zíjn ook echt (wellicht wat minder extreem) hooligan/voetbalfanaat: hoe is het dan om er zo één te spélen? En hoe reageren je bijbehorende 'maten' daarop? Speel je jezelf of speel je een uitvergroting van jezelf? Waar ligt de grens tussen natuurgetrouw acteren of iets dusdanig neerzetten dat het belachelijk maken wordt? Neem je jezelf normaliter dan wel serieus of zie je je 'karakter' juist als een uitlaatklep? Acteren wij niet allemaal in het dagelijks leven? Nemen wij geen specifieke rollen aan, afhankelijk van de betreffende situatie? Hoe dicht staan we dan nog bij onze aard? Wie zijn we eigenlijk..?

 
Ok Paula, rustig aan nu, het is pas maandagochtend. Nog een hele dag, hele week en heel leven te gaan. Tijd genoeg dus om te achterhalen wie we écht zijn. Maar ik weet in elk geval wél dat ik in dit leven vaker naar korte films ga kijken. Geeft (blijkbaar..) veel stof tot nadenken!
 
Hm, stof.. Daar wijd ik m'n volgende blog wel weer aan!

maandag 23 september 2013

Aap-noot-mies?

"Poes begint met een puh".

Ja, lees die zin nog maar eens.. Dat is even schrikken hè! Tenminste, ik ga er vanuit dat deze zin iedereen boven.. een bepaalde leeftijd, zijn of haar wenkbrauwen eventjes laat fronsen. Dat gebeurde bij mij namelijk ook toen ik een kleuter deze uitspraak hoorde doen. Wat mijn gelaat helemaal uit z'n pasvorm trok was nota bene de prijzende en lovende reactie van de ouders van de betreffende kleuter! "Goed zo, Jayloreno!", of een andere moderne-hippe-niet-uit-te-spreken-naam..

Verbijsterd als ik was: ik moest hier het mijne van weten. Dus ik ging te rade bij vriendinnen en collega's. Zij-die-met-kinderen-leven keken mij ietwat schaapachtig aan, want deze nieuwe manier van letters leren blijkt al enige tijd gebruikelijk te zijn. 'Leeuw begint met een llll, olifant begint met een ò, varken begint met een vvvv, kraanvogel begint met een ke'. Het is niet eens goed te typen, de uitspraak van een ká tegenwoordig!
Op werk moet ik regelmatig spellen, om namen of postcodes te controleren, en ik doe dat dan op de traditionele manier: "De Bé van Bernard en de Vé van Victor?" Maar nu begin ik me af te vragen of we in de nabije toekomst niet over moeten schakelen op de nieuwe manier. "De Buh van Bernard...?" Ik hoop van niet..

Over nieuwe manieren van taalkundig onderwijs gesproken: ik weet nog goed dat in mijn basisschooljaren net een nieuwe manier van woorden leren zijn intrede had gedaan. Alwaar kinderen voorheen netjes het oeroude aap-noot-mies op konden dreunen, waren de eerste woorden die ik officieel op school leerde: ik-maan-vis.
Hoe ontzettend ik me daarover kon opwinden! Ten eerste vanwege dat 'ik'. Het eerste woord dat je officieel leert schrijven: 'ik'. En dan nóg vragen mensen zich af hoe we in zo'n individualistische maatschappij terecht zijn gekomen.. Daarnaast kon ik er met m'n kop niet bij dat maar liefst twee van de eerste drie woordjes die ik leerde dezelfde uitspraak hadden! Beide met een i! Hoe dubbelop!

Hm, ik merk dat de frustratie van toen weer in m'n vingers begint te kruipen. M'n kat laat al ietwat chagrijnig weten dat ik harder op het toetsenbord begin te rammen.. M'n kat. Kat is met een kaaaaaa. Vroeger, nu en wat mij betreft ook in de verre toekomst. Ik ga niet anders gebruiken!
Lekker puh..

maandag 16 september 2013

Fun with Fabrics - part 1

Hier geniet ik dus echt van: de stiekem naderende Herfst.
Het zonnetje dat zich zachtjes nog op je wangen laat landen, terwijl er af en toe al wat regendruppeltjes je kapsel of kleding proberen te verknallen.. Bomen die nog wat enthousiaste groene bladeren hebben, maar ook al wat bruine, afvallende blaadjes tonen. Cafeetjes die al steeds vaker van die heerlijke warme fleecedekentjes over de terrasstoeltjes hebben hangen. Die heerlijke geur van pasgevallen regen en ontluikende kou. Vroeg de gordijnen dicht en lekker warm tegen elkaar aan op de bank tv kijken, wanneer buiten het onweer de race aangaat met de donder.

Met dat tv kijken moet het sowieso wel goed komen in de herfst. Eind september starten namelijk (in Amerika in elk geval) de nieuwe seizoenen van mijn favoriete series weer! Nu wil ik geen blog vol schrijven over mijn favo series en over welke afleveringen ook alweer zo leuk waren, maar ik wil wél een link leggen tussen één van deze series en mijn hobby interieur. Nu zal lang niet iedereen (hint: op enkele geeks na) weten naar welke serie ik verwijs, maar ik zal zo nu en dan een blog gaan schrijven over het wat wel en wat niet te doen met bepaalde stoffen. Kortom, fun with fabrics!
 
We beginnen met het oh zo ouwelijke en afgrijselijke tweed. Tenminste, dat was mijn mening. Of is, daar ben ik nog niet helemaal over uit. Maar de reden waarom ik tweed kies, is omdat dat sowieso heel herfstig is en omdat afgelopen weekend in het AD weekendmagazine stond dat tweed een trend wordt. Ze hadden het hier dan wel over kleding, maar dat is qua textielgebruik maar een kleine stap verwijderd van interieur. Ik ben nu dus wel benieuwd of tweed ook in interieur de komende trend kan zijn..

Wat is tweed eigenlijk? 'Tweed is een grove, wollen stof uit Groot-Brittannië. De stof ontleent zijn naam aan de streek waar het voor het eerst werd geproduceerd; langs de rivier de Tweed. Tweed vertoont een schuine keperlijn en wordt, uit geverfde garens, zeer dicht en hecht geweven. Het is dan ook goed wind- en waterwerend.'
(Bron: Wikipedia)
 

Als kleding heel erg geschikt voor in de herfst dus. Maar in het interieur biedt het ook zeker mogelijkheden. Bijvoorbeeld als bekleding van de krabpaal: dat geweven stofje moet hemels zijn voor kattennagels! Nee, zonder gekkigheid; als je van een old-English stijl houdt, kan tweed ook zeker jouw trend zijn in de wereld van interieurs! Plaids voor op bed of over de bank voor een huiselijke sfeer, stijlvolle hoesjes voor om de poef heen, wandkleden om de kamer wat diepgang te geven.. Tweed biedt zeker zo zijn mogelijkheden!
 
Echter, ondanks dat ik denk dat tweed voor een select groepje fans zeker interessant kan zijn, zal ik het wellicht nooit als kussenhoesje of kleding gaan gebruiken. Nee, het is en blijft niet mijn ding. Mij te ouderwets en te stug. Alhoewel.. Terwijl iedereen, waaronder ik, er straks wellicht verlept bijloopt vanwege die creëert-pluisjes-in-je-haren-en-kleding-regen, wandelen die tweeddragers er in de herfst blijkbaar nog strak in het pak bij! Hm, bij nader inzien: ik blijf deze herfst wel thuis.. Lekker droog op de bank series kijken!

vrijdag 6 september 2013

What's in a name?

Leuk! 'Hoe heurt het eigenlijk' met Jort Kelder is weer gestart. Soms hilarisch, soms jaloersmakend, soms zorgwekkend kijkvermaak over 'de welgestelde mens'. Beetje à la Gert-Jan Dröges Glamourland. Heerlijk!

Wat direct opvalt tijdens dit programma is dat die welgestelde mensen allemaal de prachtigste voor- en achternamen hebben. Minimaal drie lettergrepen of met een hoop van-den-der-etjes ertussen. En het zal zeker wel eens ontkend worden, maar je naam heeft wel degelijk invloed. Iemand die solliciteert naar een 'belangrijke hoge functie' (wat dat dan precies moet zijn, daar schrijf ik nog wel een keer een blog over..) met de naam Egbert-Willem van den Draekenvleughel zal denk ik toch iets meer overwogen worden aan te nemen dan Henk Jansen. Of het moet toevallig Hank Jhanzsen zijn of zo..

Maar hoe mooi een naam ook kan zijn; eigenlijk gebruik je namen in het dagelijks spreekverkeer maar bar weinig. Probeer het maar eens te tellen op een gemiddelde dag. Eigenlijk gebruik ik namen alleen bij onbekenden of als ik naar iemand op zoek ben. "Meneer Gijsberts? Neemt u daar maar even plaats", "Is Toon ook aanwezig?", "Zou ik mevrouw Klaassen mogen spreken?", "Heb je Marie nog gezien?"

Bij gewone uitlatingen als "Mag ik het zout?" of "Ik heb een zware, lange dag gehad" hoef je de ontvanger niet persoonlijk toe te spreken. Je richt je vraag immers al bewust aan iemand. De zin gaat daarnaast over jezelf, over hetgeen dat jij op jouw broodje ei wilt doen of over hoe jij jouw dag hebt ervaren. Dus iemand anders daar letterlijk bij betrekken lijkt niet nodig. Maar nee, sommige mensen gebruiken dan alsnog graag een naam.

"Mag ik het zout, Toon?"
"Marie, ik heb een zware, lange dag gehad".

Oplettende lezers merken meteen het verschil. Eén klein woordje en de gewone zinnen veranderen lichtjes in verwijtende geboden of verzoeken tot hulp of rust.

Namen gebruiken betekent dus direct de uitlating een zwaardere duiding geven. Maar dit taalkundige eigenaardigheidje geldt gelukkig ook voor lieve uitspraken.

"Ik hou van jou, Toon" en "Ik ook van jou, Marie" klinkt toch een stuk persoonlijker en betekenisvoller dan het ontelbaar uitgesproken "Ik hou van jou". Dus met een beetje beleid kan het gebruik van namen in het spreekverkeer wel degelijk op een positieve manier invloed hebben. En zo heurt het!